Vierseizoenenbanden zijn een handig alternatief voor seizoensgebonden modellen. In een land met een gematigd klimaat zoals Nederland zijn ze een goede keuze voor bestuurders die het grootste deel van de tijd in de stad rijden en de voorkeur geven aan een rustige rijstijl. Maar hoe weet je of een vierseizoenenband ook echt een vierseizoenenband is of alleen de naam draagt?

zijwand van de bandWat zijn de meest voorkomende markeringen op vierseizoenenbanden?

Waarin verschillen vierseizoenenbanden?

De markering van autobanden geeft de consument gedetailleerde informatie over de eigenschappen van de band. Dit is niet anders voor all-seasonbanden. Op de zijwand van deze band worden speciale symbolen aangebracht om aan te geven dat de band in alle seizoenen kan worden gebruikt. Het 3PMSF-symbool wordt beschouwd als de universele aanduiding voor een winterband. Er is ook de M+S aanduiding voor een multigrade band, maar dit is geen officiële homologatie.

Bovendien gebruiken fabrikanten slogans die gebruik het hele jaar door suggereren, zoals All Season, 4Seasons of All Weather. Sommige fabrikanten gebruiken hun eigen nomenclatuur, bijvoorbeeld Weather Control, CrossClimate of Quadraxer, wat ook duidt op het universele karakter van de band. In sommige gevallen wordt naast de naam die de veelzijdigheid van de band aangeeft ook een eigen symbool (bijvoorbeeld een combinatie van een zonnepictogram en een sneeuwvlok) op de zijwand geplaatst om de goede eigenschappen van de modellen in alle seizoenen te benadrukken.

Vierseizoenenbanden zijn ontworpen voor uiteenlopende weersomstandigheden, zowel in de zomer als in de winter. Het loutere gebruik van zinsneden die de aard van een all-seasonmodel suggereren betekent echter niet dat deze band ook daadwerkelijk goede tractie biedt in alle seizoenen. Het is daarom nuttig om bekend te zijn met de extra symbolen en markeringen van vierseizoenenbanden, die de kwaliteit en veiligheid aangeven.

Aanduidingen voor winter- en all-seasonbanden

Sinds 2012 heeft de Europese Unie regelgeving ingevoerd om de etikettering van banden die binnen de Europese Gemeenschap worden verkocht te harmoniseren. Het etiket bevat thans de belangrijkste informatie over de rijeigenschappen van de gekozen band, het geproduceerde geluidsniveau en de brandstofefficiëntie. Ook bevat het label een het symbool voor winterhomologatie (als de band correct gecertificeerd is). Zo kunnen consumenten de verschillende varianten gemakkelijker herkennen en vergelijken op basis van de kenmerken of het beoogd gebruik.

Waar staat 3PMSF voor?

Het 3PMSF-pictogram is het officiële symbool voor een winterband. Letterlijk vertaald betekent de afkorting drie bergtoppen met een sneeuwvlok (three peak mountain snowflake). Een band met dit teken heeft een reeks strenge tests ondergaan om de grip op sneeuw en het gedrag bij koude temperaturen te controleren. Alleen als aan bepaalde eisen wordt voldaan om de veiligheid van de gebruiker op gladde of besneeuwde wegen te garanderen, mag een band de 3PMSF-certificering dragen.

Met dit symbool op de zijwand worden dergelijke banden in heel Europa beschouwd als een wintermodel, ook vanuit wettelijk oogpunt. In Nederland is het momenteel niet verplicht om op seizoensbanden te rijden, maar als je naar Duitsland of Tsjechië reist, kunnen je met de juiste banden een boete voorkomen.

Wat betekent M+S op een band?

Het M+S-symbool geeft aan dat de band is ontworpen voor modder en sneeuw (M+S), maar niet volledig is gehomologeerd als wintermodel. Een dergelijk pictogram geeft alleen aan dat het volgens de subjectieve mening van de fabrikant goed zal presteren onder moeilijkere omstandigheden. En hoewel de rubbersamenstelling of het profiel van zulke banden zeker ontworpen is voor het winterseizoen, hebben ze niet de vereiste tests ondergaan. Als de geselecteerde band alleen de aanduiding M+S heeft, wordt hij niet beschouwd als een winterband die voldoet aan alle veiligheidsnormen voor gladde en besneeuwde wegen.

Hoe wordt een band 3PMSF-gecertificeerd?

Om officieel het 3PMSF-symbool te mogen dragen, moet een band voldoen aan strenge voorwaarden voor tractie op sneeuw en ijs, zoals gedefinieerd door de Europese regelgeving (UNECE 117). Hij is getest op weggedrag op besneeuwd wegdek, waarbij rekening is gehouden met accelereren, remmen en zijwaartse grip. Deze test moet onder strikte voorwaarden worden uitgevoerd.

De betreffende band moet worden getest op een zo vlak mogelijk circuit uit samengeperste sneeuw, lang en breed genoeg en met een maximale helling van 2°. De sneeuwlaag moet bestaan uit:

  • een stevig verdichte bodemlaag van minstens 3 centimeter dik,
  • een toplaag van ongeveer 2 centimeter dik.

Tijdens de test moet de luchttemperatuur op 1 meter van de grond tussen -2 °C en -15 °C liggen. De sneeuw zelf, gemeten op een diepte van ongeveer 1 centimeter, moet tussen 4 °C en -15 °C liggen. Aanbevolen wordt om harde wind, zonneschijn en veranderingen in vochtigheid tijdens de test te vermijden, omdat die de resultaten onbetrouwbaar kunnen maken.

De geteste band wordt alleen geschikt geacht voor gebruik onder strenge winterse omstandigheden als hij een hogere sneeuwgripindex heeft dan de referentieband. Deze parameter kan ook worden bepaald door de tractie in de sneeuw te meten. In dit geval moet de band een index van 1,10 halen, d.w.z. 10% beter zijn dan de referentieband.

Specifieke testresultaten worden helaas niet officieel gepubliceerd. We weten daarom niet welke modellen het beste uit de test zijn gekomen bij het verkrijgen van de homologatie. Een beeld van de prestaties van de betrokken producten kan worden verkregen uit professionele tests die worden uitgevoerd door automobielorganisaties en -tijdschriften.

Aanbevolen banden voor het winterseizoen:

Vierseizoenenbanden

Winterbanden