Heb je wel eens nagedacht over het belang van de juiste bandenspanning? Het controleren van je bandenspanning is een van de belangrijkste onderdelen van het onderhoud aan je wagen. Bij normaal gebruik verliest een band tussen de 3 en 5% van de bandenspanning per maand. Met koud weer verlies je ongeveer hetzelfde. Als je een groter spanningsverlies bemerkt - rond 0,2 bar per maand - kan dat een signaal zijn dat de banden bij een professionele bandenservice gecontroleerd moet worden. Controleer je banden als ze koel zijn, ten minste één keer per maand; vaker als de temperatuur schommelt. Je kunt ze thuis met een eenvoudige drukmeter controleren, of met behulp van een compressor. Autobanden op dezelfde as moeten dezelfde druk hebben, maar er kan een verschil zijn tussen de voor- en achteras. Controleer altijd alle vier de autobanden, en vergeet de reserveband niet. Dit kan een kleiner wiel zijn die een hogere bandenspanning nodig heeft. Als de druk meer dan 0,3 Bar is gedaald onder het aanbevolen niveau, is het tijd om de autoband op te pompen.

Waarom is het belangrijk om de juiste bandenspanning te behouden?

Zowel een te lage als een te hoge bandenspanning kan tot een klapband leiden, wat jaarlijks vele ongevallen veroorzaakt; en met een te lage bandenspanning is de auto moeilijker te beheersen. De auto begint wat te zwalken en lijkt wat sloom te reageren op het stuur.

Ook erg belangrijk zijn de kosten. Zo kan een te lage bandenspanning het brandstofverbruik met maar liefst 7% verhogen en bovendien slijt de autoband oneffen, wat de levensduur vermindert. Met een te lage bandenspanning zal de autoband meer aan de zijkant slijten, met een te hoge bandenspanning meer in het midden. Volgens de Touring rijdt 50% van de auto’s rijdt met een verkeerde bandenspanning- het loont dus de moeite om de bandenspanning vaker te controleren, in het bijzonder voor langere routes.

Spanningsverlies kan gevaarlijk ziijn.

Een te lage bandenspanning kan gevaarlijk zijn

De meest voorkomende redenen van spanningsverlies in de band:

  • Een beschadigde velg (krassen, scheuren, verdikking, roest enz.);

  • Defect/onjuist geplaatst ventiel of ontbrekende ventieldoppen;

  • Te hard aandraaien van de TPMS- sensor;

  • Microscheurtjes in de binnenlaag die de band beschermt;

  • Beschadiging van de bandhiel tijdens de (de)montage van de band op de velg;

  • Temperatuur daling in de winter;

  • Kleine breuken of sneden op de band.

De juiste bandenspanning staat in de handleiding van de auto, op een sticker in het portier of onder de tankdop. Er kan ook een afwijkende bandenspanning staan voor volle belading van de auto, met passagiers of lading. Het nummer dat op de autobanden staat moet je niet gebruiken omdat het de maximaal aanbevolen druk is en niet de bandenspanning voor normaal gebruik. Kleine tot middelgrote sedans hebben een aanbevolen bandenspanning van tussen de 2 en 2,5 Bar.

Aanpassen van de bandenspanning

De grotere naftstations hebben een compressor bij het servicegedeelte. Parkeer je wagen dicht bij de compressor zodat je met de slang bij alle autobanden kunt komen. Zowel de autowielen als de compressorslang kunnen smerig zijn, dus doe je werkhandschoenen aan (altijd handig om een paar in je kofferbak te bewaren). Op sommige compressoren kun je de bandenspanning direct intoetsen, bij anderen gebruik je de “+” en “-“ toets om de compressor op de juiste spanning te programmeren. Verwijder de ventieldopjes en houdt ze in je hand in plaats van ze op het dak van de auto te leggen. Als je nu de compressorslang op de ventieldop drukt zal de compressor een eerste lezing doen, en vervolgens de autoband oppompen tot het gewenste niveau. Als de autoband een te hoge spanning heeft, kun je wat lucht laten ontsnappen door met een sleutel de pin in het ventiel in te drukken.

TPMS: het bandenspanning-controlesysteem

Sinds 1 november 2014 moeten alle nieuwe auto's in de Europese Unie met het TPMS-systeem (“Tyre Pressure Monitoring System”) uitgerust zijn, een systeem dat de bandenspanning automatisch controleert en de bestuurder hierover informeert.
Er zijn twee soorten van dergelijke systemen:

  • Indirect - in de meeste auto's binnen de middenklasse en de economische klasse. Eerder dan te werken met druksensoren, berekent een indirect systeem de bandenspanning via het toerental van de banden via het ABS-systeem.     

  • Direct - gebruikt op de hogere klasse auto’s, is performanter aangezien   de sensoren in de band gemonteerd zijn en informatie in real-time doorgeven.

Als je meer wil weten over de opbouw en de kenmerken van het TPMS-systeem, lees ons artikel dat geheel aan dit onderwerp gewijd is: Spanningssensoren in de banden.

Denk eraan dat de bandenspanning belangrijk is voor ieder voertuig. Oftewel, bij de caravan of aanhanger, die minder gebruikt worden, moet de bandenspanning voor ieder gebruik gecontroleerd worden!